Dopen

Wie zo maar eens de Willibrordkerk binnenwandelt (bijvoorbeeld bij de kerkopenstelling op zaterdagmiddag in de zomer), ziet naast antieke rouw- en wandborden ook drie moderne wandversieringen hangen: een grote blauwe vis, een groene appelboom en een goudgele vogel. Daarop staan de namen van alle dopelingen die sinds het samengaan in 1984 van de plaatselijke Nederlands Hervormde Gemeente en de Gereformeerde Kerk zijn gedoopt door de verschillende predikanten. Op de blauwe vis staan degenen die zijn gedoopt door ds. A. Koetsier en ds. M. Hooymeijer, op de appelboom degenen die gedoopt zijn door ds.  R. Nummerdor, en op de vogel degenen die gedoopt zijn door ds. N. Sjoer. De namen van degenen die zijn gedoopt door de huidige predikant, ds. E.J. van Katwijk, zijn te lezen op de vlaggetjes aan een vlaggenmast. Zo zijn de namen van hen die in het midden van deze gemeente gedoopt zijn altijd terug te lezen, met de datum waarop die Doop plaatsvond.

De Doop is het ritueel waarmee een mens wordt opgenomen in deze gemeente. En daarmee niet alleen in deze gemeente, maar in de wereldwijde gemeenschap van volgelingen van Jezus Christus, christenen.

Toen het christendom begon waren deze dopelingen eerst en vooral volwassen mannen en vrouwen die tot het geloof kwamen, dit geloof beleden en vervolgens door het ritueel van de Doop lidmaat werden van “de mensen van de weg”.

In de loop der eeuwen is dit begin van lidmaatschap steeds verder naar voren geschoven in een mensenleven en in de overtuiging dat een mens alleen gered wordt als hij/zij "bij Jezus hoort" werd de Doop het allereerst noodzakelijke dat een pasgeboren kind moest ontvangen. Zo werd de Kinderdoop een instituut en een vast onderdeel van de kerkelijke riten, een sacrament.

Onder invloed van alles wat er in kerk en wereld in de laatste 100 jaar veranderd is, zijn ook de gedachten en meningen over de Doop veranderd. En is de vanzelfsprekendheid waarmee vroeger een pasgeboren kind ten Doop werd gehouden, verdwenen.

 

De Doop is een feest

Ondanks, of misschien wel juist dankzij alle bovengenoemde veranderingen viert de gemeente van de Willibrordkerk de doop als een feest. Van welke leeftijd de dopeling ook is, pasgeboren of allang volwassen, wij vieren dat iemand zich bij ons voegt. Dat iemand, zelf onder woorden gebracht of op voorspraak van zijn/haar ouders, deel wil uitmaken van onze gemeente van Jezus Christus.

Omdat er op zoveel verschillende manieren tegen de Doop aangekeken kan worden, vindt er ter voorbereiding van de Doop altijd een gesprek plaats met de predikant.

Als ouders hun pasgeboren kind "ten Doop willen houden" dan kan en mag ook de blijdschap over dit jonge leven de boventoon voeren. Dan kan en mag ook de dankbaarheid genoemd worden. En de verantwoordelijkheid dat een kind aan onze zorgen wordt toevertrouwd.

Volwassenen of al-wat-oudere kinderen zal zelf gevraagd worden waarom zij deze stap willen zetten.
En er zal met elkaar gepraat worden over wat het betekent om lid te zijn van de kerkelijke gemeente van Jezus Christus.

 

De Doop is een feest van de hele gemeente

Alleen in heel uitzonderlijke omstandigheden zal de Doop kunnen plaatsvinden buiten de wekelijkse zondagmorgendienst om. Want in principe vindt de Doop plaats te midden en in aanwezigheid van de hele gemeente. Het is die gemeente waar de dopeling onderdeel van gaat uitmaken en waar de dopeling (of zijn/haar ouders) “ja” tegen zeggen. En de gemeente moet ook aanwezig zijn om met haar eigen "ja" te antwoorden.

Bovendien wordt, zoals dat in elke doopdienst wordt gezegd, in deze Doop onze eigen Doop bevestigd. We maken opnieuw onze eigen Doop weer mee; we horen en zien weer even waar het eigenlijk om gaat. Dat het water van de dood geen vat op ons heeft. Want de Bijbelvertellers zijn doodsbang voor het diepe, donkere water. Maar Noach dobbert er met zijn doodskist (=Ark) vol leven gewoon overheen, het volk Israël ging er dwars doorheen en Jezus legde het zijn wil op en kon er zelfs overheen lopen. In die lijn is Gods zo ook met ons. En dat vieren wij.